Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], [1]gezicht van [2]Obadja. Alzo zegt de Heere HEERE [3]van Edom: [4]Wij hebben een gerucht gehoord van den HEERE, en er is een gezant geschikt onder de heidenen: Staat op, en laat ons opstaan tegen hen ten strijde. 1. Zie Jes.1:1. 2. Te onderscheiden van dien Obadja, die bij Achabs tijd geleefd heeft. Zie 1 Kon.18:3, en onder vs.11. 3. Of, tegen, tot. 4. Ik en andere profeten, mijne mededienaars. Hiervoor staat Jer.49:14: Ik heb, enz., alwaar een gelijke profetie over Edom verhaald wordt, bijkans met dezelfde woorden. Zie de aantekening aldaar en wijders Ezech.25:12, enz. en Ezech.35:2, enz., en Amos 1:11,12. 5. Idumea.